StuKO

Project Student Kwalificatie Onderwijs, kortom StuKO

Het project

Studenten worden steeds meer en breder ingezet bij het verzorgen van onderwijsactiviteiten, mede door de extra middelen vanuit het studievoorschot. Deze student-docenten* hebben meerwaarde voor het onderwijs. Ze staan dichter bij de student en spreken dezelfde taal, waardoor zij het perspectief van studenten vaak beter begrijpen. Zowel de docenten die supervisor zijn van student-docenten, als de studenten die les krijgen van student-docenten, zijn tevreden over de kwaliteit van deze student-docenten (Ten Cate, 2007) en recent onderzoek laat zien dat studenten-docenten in bepaalde contexten bijna net zo effectief zijn als seniordocenten (Feld, Salamanca & Zölitz, 2019). Bovendien hebben student-docenten zelf profijt van lesgeven: we weten dat degenen die lesgeven, uitleggen en feedback geven daar zelf ook veel, zo niet het meest, van leren (Hattie, 2011).

Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen en studenten die onderwijs verzorgen, te helpen bij deze, niet altijd eenvoudige taak, is het belangrijk hen goed voor te bereiden en hun inzet ook te erkennen en waarderen. Het StuKO-project wil een bijdrage leveren aan de professionalisering van student-docenten, leidend tot een StudentKwalificatieOnderwijs, kortweg StuKO.

Het doel van dit project is drieledig:

  • Ten eerste gaat het om het waarborgen van de kwaliteit van onderwijs en om student-docenten een gevoel van zekerheid te geven als ze onderwijs gaan verzorgen. Dit willen we bereiken door hen voor te bereiden met bepaalde training en begeleiding op gebied van didactiek, pedagogiek en persoonlijke aspecten.
  • Ten tweede werken we voor een aantal van deze trainingen en begeleidingstrajecten naar landelijk erkenning en waardering met een kwalificatie en certificering. Een peerreviewstructuur zorgt voor de afstemming en wederzijdse erkenning.
  • Tot slot krijgen student-docenten de kans om kennis te maken met lesgeven in verschillende vormen en af te tasten of lesgeven bij hen past. Het draagt bij aan de ontwikkeling en het arbeidsmarktperspectief van studenten en zou interesse kunnen wekken voor een loopbaan in het onderwijs. Het is geen primair doel, maar gezien het docententekort zou dat een welkom effect van het project zijn.

StuKO kent drie deelprojecten:

1. inventariseren & kennisdelen;

Ten eerste worden kennis en ervaring gedeeld over wat werkt: is onderwijs dat door studenten wordt verzorgd effectief, dus leren studenten van student-docenten en onder welke voorwaarden? Welke elementen in training en begeleiding maken dat student-docenten effectief zijn en dat zij zich goed voorbereid en competent voelen als docent? Wat is bekend over erkennen en waarderen van student-docenten?

De beoogde opbrengsten zijn:

  • een literatuurstudie;
  • 30 voorbeelden van training en begeleiding van student-docenten;
  • Focusgroepen;

De kennis en ervaring uit deelproject I dienen als basis voor deelproject II en III: welke vormen van student-onderwijs zijn effectief; onder welke voorwaarden; wat zijn de werkzame bestanddelen in training en begeleiding van student-docenten; en als we willen toetsen, welke mogelijkheden zijn er? Gezien het werk waar student-docenten vaak voor worden ingezet, zal de focus liggen op uitvoering van onderwijs en mentoraat, aangevuld met modules over onderwijsontwerp en reflectie op het eigen docentschap.

2. Pilots van trainingsmodules (her)ontwikkeld
In dit deelproject wordt een twaalftal pilots van trainingsmodules (her)ontwikkeld en geëvalueerd. Daarnaast worden toetsinstrumenten en toetscriteria ontwikkeld om te toetsen wat student-docenten uit de training en begeleiding hebben gehaald en of ze voldoen aan bepaalde criteria om gecertificeerd te worden. Dit hangt samen met het erkennen en waarderen van wat student-docenten doen aan professionalisering.

De beoogde opbrengsten zijn:

  • Uitgewerkte trainingsmodules waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen korte, middellange en lange modules.
  • Toetsinstrumenten met beoordelingscriteria

3. Erkennen en waarderen:
De pilots worden naar een landelijk niveau getild met een landelijk raamwerk van training- en begeleidingmodules en (deel)certificaten. Daarnaast wordt een peerreview ontwikkeld en uitgevoerd waarmee de pilots worden gereviewd. Dit zorgt voor afstemming en draagvlak.

Beoogde opbrengsten zijn:

  • Landelijke afspraken voor erkenning van student-docenten in de vorm van een bepaalde inzet (tijdsinvestering) en waardering (studiepunten; micro-credentials; edubadges)
  • Een ontwikkeld en getest reviewinstrument voor wederzijdse erkenning
  • Plan van aanpak voor duurzame verankering
  • Ten behoeve van de landelijke erkenning wordt een commissie van peerreviewers samengesteld. De commissie zal na afloop van het project doorgaan als reguliere peerreview.

Deze drie deelprojecten staan niet los van elkaar, maar zijn deel van een iteratief proces van ontwikkelen, uitvoeren en evalueren, waarin de inventarisatie de pilots en landelijke erkenning voedt en vice versa. De inrichting van de projectorganisatie zorgt voor een wisselwerking tussen de werkgroepen. Gestreefd wordt naar deelname van een breed aantal universiteiten en hogescholen in Nederland. Ook vertegenwoordigers van OCW en het ISO zijn aangesloten bij dit initiatief. Een aantal instellingen is betrokken sinds de opstartfase, maar instappen kan ook tijdens het project.

Over de term student-docenten. Voor studenten die onderwijs verzorgen, bestaan verschillende termen, zoals students as partners, student-assistenten en student-docenten. We gebruiken de term student-docenten omdat het in dit project gaat om studenten die onderwijs geven of ontwerpen of een mentor rol innemen, en er een zekere afstand is tot de studenten voor wie ze onderwijs verzorgen, hetzij in leeftijd, hetzij in expertise.

Toch willen we de term student-docenten met voorzichtigheid hanteren: het legt een grote verantwoordelijkheid bij hen die misschien (nog) niet altijd gepast is.

projectleiding Karin Smit (k.smit@uu.nl)

Nieuws

Niets gevonden.

Agenda

Geen items